Voedselverspilling in Nederland
Jaarlijks verspillen wij in Nederland maar liefst 200.000.000 kg goed voedsel met een financiële waarde van €5 miljard euro (voedingscentrum 2019)! Onbegrijpelijk als je beseft wat je hiermee allemaal kan doen.
Paprika’s die niet de juiste vorm hebben bij telers, snijresten in de fabriek, onverkocht brood in de supermarkt, voedsel dat terugkomt van borden in restaurants en de kliekjes in de tupperware bakjes achter in je vriezer.
In Nederland hebben we voedsel in overvloed. Een keerzijde is dat we een groot deel hiervan helaas verspillen. Jaarlijks verspillen wij in Nederland maar liefst 200.000.000 kg goed voedsel met een financiële waarde van €5 miljard euro. Onbegrijpelijk als je beseft wat je hiermee allemaal kan doen.
Helaas is de aanpak van voedselverspilling lastig, omdat het daadwerkelijke ontstaan van voedselverspilling versnipperd is over vele sectoren. In volgorde van grootste naar kleinste verspiller zijn dit: de consumenten, de producerende sector, de horeca, boeren of telers en de supermarkten.
De consument
~ 45%
Ongeveer 45% van het hele probleem komt bij de consument vandaan. We zijn in Nederland met 17 miljoen mensen en dagelijks gooien al deze mensen een beetje voedsel weg. Om precies te zijn 93 gram, wat neerkomt op 34.3 kg per jaar (voedingscentrum 2019).
Verspilling bij de consument kan door veel facetten komen, bijvoorbeeld doordat de consument in de winkel meer koopt dan ze nodig heeft, kennis ontbreekt over bijvoorbeeld de betekenis van een houdbaarheidsdatum, over hoe je producten moet bewaren of over hoe je producten moet bereiden en natuurlijk ook gemakzucht die ervoor kan zorgen dat we voedsel weggooien.
Producerende sector
~ 20%
Maar liefst 20% van de voedselverspilling komt bij de producerende sector vandaan. Verspilling in deze sector ontstaat bij de logistiek, bij het produceren van recepten of fabrieksfouten.
Een voorbeeld hiervan kan bijvoorbeeld gevonden worden in de kontjes van een tomaat bij een fabriek die tomaten in plakjes snijdt. Een storing op de lopende band van een fabriek die deegwaren maakt of vanuit hygiënisch oogpunt als de kwaliteit van een product niet meer gegarandeerd kan worden.
De horeca
~ 20%
Een groot deel van de totale verspilling komt voort uit de horeca. Denk hierbij aan bedrijfsrestaurant die onverkochte voorraad over houden, omdat ze niet precies weten hoeveel gasten er komen. Of aan party catering die standaard meer eten naar een partij mee moeten nemen dan nodig is. Of het voedsel dat vanuit hygiënisch oogpunt weggegooid moet worden.
In veel gevallen is de servicegerichtheid van de horeca, en dan met name het voorkomen van ‘nee’ verkoop, de reden waarom er in de horeca voedsel verspild wordt. Dit wordt bemoeilijkt door de huidige HACCP wetgeving, die voorschrijft dat aangeboden voedsel binnen twee uur weggegooid moet worden. Daarnaast zijn de mogelijkheden om voedsel verder te verwerken nadat het aangeboden is zeer beperkt.
De boer en teler
~ 10%
Het is lastig voor te stellen dat een boer of een teler zijn eigen product weg moet gooien, maar komt in Nederland vaker voor dan zou moeten. Ondanks dat de mens redelijk zijn best doet, is de natuur niet te beteugelen. Zo is een boer altijd afhankelijk van een nieuwe oogst en de karakteristieken hiervan.
Hierdoor kan een boer nooit precies produceren wat de vraag van de afnemer is. Of hij heeft te weinig of te veel, wat leidt tot verspilling. Daarnaast gelden er zeer strenge voorschriften voor hoe groente en fruit er uit moet zien. Uiteraard kunnen boeren en telers de vorm en de grootte van de producten beperkt beïnvloeden. ‘Misvormde groenten of fruit’ of beter gezegd groenten en fruit die afwijken van de norm, worden in veel gevallen verspild.
De supermarkt
~ 5%
Als het over voedselverspilling gaat wordt er snel naar de supermarkten gekeken. Gelet op het aandeel van de gehele verspilling in Nederland lijkt dit onterecht, want de supermarkten hebben slechts een aandeel van 5% in het geheel.
Toch zijn de supermarkten niet de beste jongetjes van de klas, want de verspilling die supermarkten hebben is in absolute zin veel meer waard dan bij de boeren/telers of de producerende industrie.
Daarnaast zit verspilling in het bedrijfsmodel van veel supermarkten, waardoor er structureel te veel aangeboden wordt in supermarkten dan nodig is. Veelal vanuit de gastbeleving, waarbij gedacht wordt dat de laatste klant hetzelfde aanbod zou moeten hebben als de eerste klant van de dag.